Inleiding ontbreekt
De plofkip is inmiddels een bekende term onder de Nederlands
bevolking. Het gaat hierbij om de zogeheten vleeskip. Dit is een kip, of eigenlijk
kuiken, die in 40 dagen zo wordt gevoed dat deze van 50 gram naar 2200 gram
groeit. Zo’n vleeskuiken wordt machinaal uitgebroed waarna ze in een stal
terechtkomen zonder daglicht. Samen met ongeveer 20 soortgenoten groeit het
kuiken hier op 1 m2.
Men spreekt in de praktijk dan ook niet van aantal dieren per vierkante meter, maar van kilo’s.
Dit alles heeft tot gevolg dat de plofkip voor een te lage prijs in de supermarkt ligt en dat is waarom de kippen op die manier behandeld worden.
Men spreekt in de praktijk dan ook niet van aantal dieren per vierkante meter, maar van kilo’s.
Dit alles heeft tot gevolg dat de plofkip voor een te lage prijs in de supermarkt ligt en dat is waarom de kippen op die manier behandeld worden.
Waarom moet de plofkip-industrie worden afgeschaft?
Gedurende het zeer korte leven van het vleeskuiken worden leven de dieren in slechte omstandigheden. Zo leven zij met grote aantallen op te weinig vierkante meters. De dieren hebben hierdoor geen bewegingsruimte. Daarnaast worden deze stallen niet schoongemaakt gedurende de periode dat zij leven. De uitwerpselen zorgen voor zodanige problemen dat er zelfs ammoniak brandwonden ontstaan op de poten van de kippen.
Naast de slechte leefomstandigheden lijden de kippen zelf pijn. In 40 dagen worden ze vetgemest waardoor zij het slachtgewicht van 2,2 kg bereiken. Hierna mag het de supermarkt in.
Door deze snelle groei kan het hart van de dieren dit soms niet bijbenen. Hierdoor sterft een groot aantal kuikens nog voor de slachting. Daarnaast zorgt de snelle groei er ook voor dat de kippen nauwelijks meer op hun poten kunnen staan.
Ook de vangst van de kippen is niet diervriendelijk. Kuikenvegers vegen ongeveer 8000 kuikens per uur op, of zij vangen ze handmatig. Het gevolg hiervan is dat veel kuikens kneuzingen of breuken oplopen in de poten of de rest van het lichaam.
Gedurende het zeer korte leven van het vleeskuiken worden leven de dieren in slechte omstandigheden. Zo leven zij met grote aantallen op te weinig vierkante meters. De dieren hebben hierdoor geen bewegingsruimte. Daarnaast worden deze stallen niet schoongemaakt gedurende de periode dat zij leven. De uitwerpselen zorgen voor zodanige problemen dat er zelfs ammoniak brandwonden ontstaan op de poten van de kippen.
Naast de slechte leefomstandigheden lijden de kippen zelf pijn. In 40 dagen worden ze vetgemest waardoor zij het slachtgewicht van 2,2 kg bereiken. Hierna mag het de supermarkt in.
Door deze snelle groei kan het hart van de dieren dit soms niet bijbenen. Hierdoor sterft een groot aantal kuikens nog voor de slachting. Daarnaast zorgt de snelle groei er ook voor dat de kippen nauwelijks meer op hun poten kunnen staan.
Ook de vangst van de kippen is niet diervriendelijk. Kuikenvegers vegen ongeveer 8000 kuikens per uur op, of zij vangen ze handmatig. Het gevolg hiervan is dat veel kuikens kneuzingen of breuken oplopen in de poten of de rest van het lichaam.
Naast de slechte leefomstandigheden van de kip, speelt ook
het milieu een rol. De plofkip-industrie produceert een enorme mesthoop. In
Nederland kan men hier niet genoeg mee, waardoor het werkelijk op een hoop
wordt verzameld. Zo’n mesthoop zorgt voor een heftige stank en belangrijker, de
bodem wordt onvruchtbaar door de ammoniak zie vrijkomt uit de mest.
Nederland blijft dus achter met veel mest van alle plofkippen, terwijl 65% van die plofkippen naar het buitenland worden geëxporteerd.
Nederland blijft dus achter met veel mest van alle plofkippen, terwijl 65% van die plofkippen naar het buitenland worden geëxporteerd.
Naast het mestoverschot heeft de plofkip-industrie nog
andere negatieve gevolgen. Door de grote toediening van antibiotica aan de
kippen kan een superbacterie ontstaan. Er worden namelijk veel verschillende
soorten antibiotica gegeven aan de kippen om te voorkomen dat deze ziek worden.
De kippen raken vervolgens resistent voor deze antibiotica waardoor er
superbacteriën gaan ontstaan waar geen antibiotica meer voor werkt. Zo komt de
multi-resistente bacterie ESBL opvallend veel meer voor bij plofkippen dan bij
de biologische kip. De kans is hierdoor
groot dat de mens deze of een andere superbacterie binnenkrijgt, met als gevolg
dat er geen geneesmiddel beschikbaar voor is.
Het antibiotica heeft dus een zodanig groot gevaar bij zich dat zoveel mogelijk beperkt moet worden.
Het antibiotica heeft dus een zodanig groot gevaar bij zich dat zoveel mogelijk beperkt moet worden.
Slot ontbreekt